De toegang tot het Surinaamse recht

De toegang tot het Surinaamse recht

De toegang tot het Surinaamse recht

Artikelen

“Geen Constitutioneel Hof voor Suriname” (2024)

Auteur:  mr. G.R. Sewcharan

In 2019 is het Constitutioneel Hof (CH) bij wet ingesteld. Dit vindt haar grondslag echter in de Grondwet van 1975, als rechtsprekend orgaan. In 2019 is door de wetgever daarvan nadrukkelijk afgezien. Het CH is volgens zijn instellingswet niet belast met rechtspraak. De leden zijn geen rechters. Ik heb mezelf altijd al de vraag gesteld of deze instantie in ons stelsel van wetgeving, bestuur en rechtspraak past. Ik vond van niet, maar had niet de tijd kunnen vrijmaken om mijn mening vast te leggen. Dat is mij nu wel gelukt. Ik verwijs voor mijn uitgebreide analyse, conclusie en aanbevelingen naar bijgaand artikel.

In het artikel toon ik aan dat de instelling van het CH in 2019 op opportunistische gronden heeft plaatsgevonden en dat onze wetgever niet goed wist waar zij deze instantie moest positioneren. Tevens dat een diepgaande discussie over de noodzaak van zo’n instantie gelet op ons stelsel van wetgeving, bestuur en rechtspraak, nimmer heeft plaatsgevonden. Voorts leg ik in het artikel bloot dat ons stelsel belast met rechtspraak, voldoende toegerust is om met erkenning van de jurisdictie van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens schendingen van grondrechten en mensenrechten, voor zover het betreft rechtstreeks doorwerkende bepalingen, in ons land te onderzoeken.

Verder laat ik zien dat het CH door een zittende president als politiek instrument kan worden misbruikt, immers worden de leden van het CH voor vijf jaren door hem benoemd op voordracht van De Nationale Assemblee (DNA). De voordracht wordt dus door de politiek gedaan, want in ons land is het zo dat de president wordt geleverd door de partij met de meeste zetels in DNA. Dus uiteindelijk bepaalt een bepaalde politieke partij wie de leden van het CH zijn. Niet uit te sluiten is bovendien dat de benoemde leden ook nog lid van de desbetreffende politieke partij zijn.

Verder heb ik beschreven dat het proces van wetgeving in ons land, op zichzelf voldoende waarborgen kent die ervoor moeten zorgen dat strijdigheden met hogere regelgeving, voorkomen wordt. Ik heb daarbij toegelicht dat de wetgever, vanwege de scheiding der machten, de autoriteit moet zijn die achteraf strijdigheden in een wet dient op te ruimen.

Het CH, dat uitdrukkelijk niet met rechtspraak is belast en dus gerekend dient te worden tot de uitvoerende macht, kan zich immers niet met wetgeving bezighouden.

Ik heb bij mijn analyse ook het huidig stelsel belast met rechtspraak besproken en geconcludeerd dat die niet in lijn is met wat heden ten dage internationaal gangbaar en wenselijk is. Ik pleit in mijn analyse voor een derde instantie met rechtspraak belast voor ons land. Wij ontberen die namelijk. Ik heb immers laten zien dat de Caribbean Court of Justice (CCJ) niet als derde instantie fungeert voor onze burgers tegen vonnissen van rechters in hoogste instantie gewezen. Wat wel voor andere burgers in de Caricom het geval is.

Ik heb verder uitgelegd dat op grond van het Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens en het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens, voor wat betreft Suriname de jurisdictie hebben om te beoordelen of er sprake is van een mensenrechtenschending. Het CH is dat dus niet. Ook heb ik uitgelegd dat er conflicten kunnen ontstaan tussen beslissingen van het CH en beslissingen van bijvoorbeeld het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens en dat die conflicten voor verwarring kunnen zorgen bij onze burgers. Om te kunnen procederen bij de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Rechten van de Mens moet de rechtzoekende de nationale rechtsgang uitgeput hebben. De vraag kan zich voordoen of een burger die bij het CH geprocedeerd heeft, de nationale rechtsgang uitputtend heeft doorlopen.

Ook voorzie ik conflicten tussen het CH en de rechter. Wiens beslissing is bijvoorbeeld bepalend voor de vraag of er sprake is van een inbreuk op bijvoorbeeld een mensenrecht? Die van het CH of die van de rechter? Om al deze mogelijke conflicten te voorkomen, adviseer ik om het stelsel van wetgeving, bestuur en rechtspraak, zo helder en zuiver mogelijk te houden. Ik doe in het artikel dan ook de aanbeveling om voor Suriname een derde instantie in het leven te roepen en het CH in haar huidige setting niet te handhaven. Bij de instelling van die derde instantie, waarvoor de nodige wetgeving is vereist, zouden de leden van het CH, indien daartoe geschikt, tot leden daarvan kunnen worden benoemd.

(lees meer)

“Korte uiteenzetting CH5-besluit van het Constitutioneel Hof van Suriname” (2023)

Auteur:  mr. Milton A. Castelen & mr. Murwin Dubois 

Op 23 augustus 2023 heeft het Constitutioneel Hof haar vijfde (5e) uitspraak gedaan. Aan het Hof werd door de indienende advocaten, mr. M. Castelen en mr. M. Dubois, gevraagd om enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering te toetsen aan artikelen van de Grondwet, het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens (AVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burger- en Politieke rechten (IVBPR).

Op verzoek van Stichting voor de rechtsorde in Suriname (SRiS) hebben de indienende advocaten een korte uiteenzetting gegeven over wat deze beslissing van het Constitutioneel Hof betekent voor de strafprocessen ter terechtzitting vanaf de uitspraak op 23 augustus 2023.

(lees meer)

“Enkele zorgpunten inzake de opkomende BTW in Suriname; is 6 maanden haalbaar?” (2022)

Auteur:  mr. Akash Gobardhan

De Stichting voor de Rechtsorde in Suriname (SRiS) heeft aan HBN Law & Tax het verzoek gedaan om een artikel te schrijven om onze burgers te informeren over het nieuw BTW (belasting over de toegevoegde waarde) systeem dat onze overheid voornemens is in te voeren. HBN Law & Tax heeft gevolg gegeven aan ons verzoek met het artikel van mr. Akash Gobardhan “Enkele zorgpunten inzake de opkomende BTW in Suriname; is 6 maanden haalbaar?”.
Mr. Gobardhan heeft vooralsnog enkele zorgpunten genoemd, zonder nader in te gaan op de concept bepalingen. Hij hoopt met dit artikel een beeld te hebben geschept van enkele uitdagingen die de burger kan verwachten.

(lees meer)

"Eiser en gedaagde krijgen bij de rechter zelf het woord” (2021)

Auteur:  mr. Judith van der Gugten 

Het nieuwe zittingsjaar voor de rechterlijke macht is deze maand van start gegaan. In handelszaken zoals bijvoorbeeld leningen, huurovereenkomsten, arbeidszaken en geldvorderingen is de comparitie na antwoord ingevoerd. Partijen krijgen na een korte schriftelijke uitwisseling van standpunten de gelegenheid om zelf hun zaak voor de rechter toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden.  In het artikel ” Eiser en gedaagde krijgen bij de rechter zelf het woord” van mr. Judith van der Gugten wordt in grote lijnen uitgelegd hoe dit zal werken. Een verkorte versie van dit artikel is eerder verschenen op Starnieuws.

(lees meer)

“Beroep: Advocaat” (2021)

Auteur:  mr. Judith van der Gugten 

Recent verscheen in de media een bericht met als kop “Nep-advocaat ingesloten voor oplichting”. Dit bericht was aanleiding voor mr. Judith van der Gugten om algemeen aandacht te besteden aan het beroep van advocaat en wie zich advocaat mag noemen. Ook heeft zij stilgestaan bij de klachtregeling tegen advocaten. 

(lees meer)

“Intellectual Property, the oil of the 21st century: The role of Intellectual Property in the Caribbean creative sector” (2020)

Auteur:  Leann Prins

In juli 2020 deed Leann Prins, een 22 jarige rechtenstudente aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, als enige Surinamer mee aan een essaywedstrijd georganiseerd door Intellectual Property Caribbean Association (IPCA). Leann behaalde met haar essay de tweede plaats.
De IPCA is een associatie waar handels- merkagenten uit het Caribisch Gebied zijn aangesloten. De essaywedstrijd is een jaarlijks terugkerende activiteit en de organisatie wil met deze wedstrijd het belang van handelsmerken en het intellectueel eigendom in de regio promoten. 

SRiS heeft toestemming gevraagd en gekregen van IPCA om het essay van Leann te publiceren.

(lees meer)

“Een hanteerbare toepassing van de Wet in staat van beschuldigingstelling politieke ambtsdragers” (2020)

Auteur:  mr. D.R. Changoer

In het artikel “Een hanteerbare toepassing van de Wet in staat van beschuldigingstelling politieke ambtsdragers” dat eerder verscheen op Starnieuws heeft mr. D.R. Changoer zijn mening gegeven over de aanhouding en inverzekeringstelling van de ex-vicepresident, tevens Assembleelid Ashwin Adhin.

(lees meer)

“Korte beschouwing over digitale ontucht” (2020)

Auteur:  mr. André Saheblal 

In zijn artikel “Korte beschouwing over digitale ontucht” geeft mr. André Saheblal onder meer aan dat het nodig wordt geacht seksualiserende communicatie met kinderen (sexchatting) en seksuele afpersing (sextortion) strafbaar te stellen. Volgens mr. Saheblal moet de overheid via het strafrecht meer bescherming bieden tegen nieuwe digitale vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag, dat volgens hem ingrijpende en langdurige gevolgen kan hebben voor slachtoffers.

(lees meer)

“De (onbegrepen?) hypothecaire veiling” (2020)

Auteur:  Mr. Carlo Jadnanansing 

De hypothecaire geldlening komt veel voor in Suriname. Mr. Carlo Jadnanansing heeft hierover en over de openbare verkoping (veiling) een lezenswaardig artikel geschreven waarmee de burger zijn/haar voordeel kan doen. 

(lees meer)

“Strafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers” (2020)

Auteur: Mr. Prenobe Bissessur

Mr. Prenobe Bissessur zet in zijn artikel “Strafrechtelijke vervolging van politieke ambtsdragers” uiteen waarom, naar zijn mening, de Nationiale Assemblée eerst toestemming moet geven, voordat het Openbaar Ministerie (OM) tot vervolging over kan gaan van (gewezen) politieke ambtsdragers. 

(lees meer)

"Valt het doek voor het Constitutioneel Hof? Wet Constitutioneel Hof niet in werking getreden" (2020)

Auteur: Mr. D.R. Changoer

In Dagblad Suriname van 9 juli jl. is een verkorte versie van het door mr. D.R. Changoer geschreven artikel ‘Valt het doek voor het Constitutioneel Hof? Wet Constitutioneel Hof niet in werking getreden’ geplaatst.

(lees meer)

"Hof wekt terugroeprecht tot leven" (2020)

Auteur: Mr. dr. Hugo Fernandes Mendes

In het artikel “Hof wekt terugroeprecht tot leven” heeft de heer Hugo Fernandes Mendes zijn zienswijze gegeven over het vonnis d.d. 20 maart 2020 van het Hof van Justitie terzake de terugroeping van twee volksvertegenwoordigers.

(lees meer)

"De Alcoa Affaire" (2019)

Auteur: Mr. Serena N. Essed.

In een uitgebreid artikel dat is verschenen in het Surinaams Juristen Blad van december 2018, nr. 3, heeft mr. Serena N. Essed haar kijk gegeven op de vroegtijdige beëindiging van de Brokopondo-overeenkomst tussen Suriname en Alcoa, die zij “De Alcoa Affaire” heeft genoemd.

(lees meer)

"Conflicthantering" (2018)

Auteur: S.R.Y. Welzijn LL.M.

Onder een conflict verstaat men in de moderne literatuur: “een proces dat begint wanneer een individu of een groep ervaart dat een ander individu iets doet of nalaat, of zal gaan doen of nalaten, dat negatieve gevolgen heeft voor de eigen belangen, opvattingen of normen en waarden”.
Belangrijk is het om een onderscheid te maken tussen een meningsverschil een conflict.

(lees meer)

"Declareermethoden en Tarieven van Advocaten" (2018)

Auteur: Mr. G.R. Sewcharan

Ik heb enige tijd geleden in een artikel op het internet gelezen dat de waarnemend president van het Hof van Justitie, de heer mr. I.H.M.H Rasoelbaks, aan pas beëdigde advocaten bij hun beëdiging op het Hof van Justitie gezegd zou hebben: “maar maakt u de justitiabelen ook niet gek met de tarieven die u zult hanteren voor de rechtsbijstand”

(lees meer)

"Integriteit: Een onmisbare factor in de strijd tegen corruptie" (2018)

Auteur: E. Djoeneri LL.B. MPA

Het is een veelvoorkomende term en één die in steeds toenemende mate discussies overheerst. Over corruptie wordt vrijwel dagelijks bericht in de media. Iedereen denkt te weten wat corruptie is. Desondanks is het niet (altijd) duidelijk wat de inhoud van dit omvangrijk en gevoelig fenomeen is. Dit artikel zal zich niet alleen uitwijden over het vraagstuk corruptie doch ook over een begrip dat in principe van grotere waarde is namelijk integriteit.

(lees meer)

"Artikel 148 van de Grondwet en zijn toepassing" (2016)

Auteur: Mr. G.R. Sewcharan

Wij hebben kennis genomen van berichten, inhoudende een instructie van de regering aan de procureur-generaal (pg) om de vervolging van de decemberstrafzaak onmiddellijk stop te zetten. De regering zou de instructie gegeven hebben op grond van artikel 148 van de Grondwet. Met deze publicatie geven wij gehoor aan de vragen die ons hebben bereikt om als Stichting voor de Rechtspleging in Suriname (SRiS) uitleg te verschaffen over dit artikel en de toepassing ervan.

(lees meer)

Contact